Drie recepten met radijs
Radijs: pittig, verrassend én culinair veelzijdig

Veel meer dan het simpele plakje radijs in je sla: deze knapperige smaakmaker verdient een hoofdrol!
Radijs is een echte voorjaarsgroente en is zoveel meer dan dat vrolijke rode knolletje dat je gewend bent in je salade. Oorspronkelijk afkomstig uit Azië en al duizenden jaren geliefd, is deze pittige knol inmiddels niet meer weg te denken uit zowel de Nederlandse als internationale keuken. Van knapperige bosradijsjes tot de elegante witte rettich en verrassende watermeloenradijs: ontdek de variatie in kleur, smaak en mogelijkheden van deze bijzondere groente.
In Nederland aten we radijsjes traditioneel rauw, met boter en zeezout. Eenvoudig, maar onweerstaanbaar lekker. Toch biedt radijs zoveel meer mogelijkheden: rooster ze eens in de oven met tijm en citroen voor een zachte, bijna zoete smaak. Of probeer ze snel ingelegd voor een friszuur accent bij taco’s, poké bowls of ceviche. En wist je dat je zelfs radijsblad kunt gebruiken voor een heerlijke pesto of soep?
Radijs smaakt fantastisch in verrassende combinaties. Denk aan pittige radijs met romige avocado op toast, radijs in een salade met appel, walnoot en munt, of radijsjes kort gebakken in bruine boter met een vleugje citroen. Ook chefs ontdekken steeds vaker hoe radijs gerechten visueel én smaakvol naar een hoger niveau tilt.
Laat je dus vooral inspireren door dit kleurrijke knolletje: speel met radijs in je keuken en geef elk gerecht net dat beetje extra crunch, pit en kleur!
Toepassingen in de keuken: bereidingen en creatieve ideeën

Radijsjes zijn enorm veelzijdig in de keuken. We kennen allemaal de rauwe radijs in plakjes door de salade of als knapperige snack. Rauw komen hun peperige, mosterdachtige tonen het sterkst naar voren – ideaal om een fris gerecht pit te geven. In plakjes of partjes doen ze het goed in allerlei salades, van een eenvoudige groene salade tot aardappelsalade of couscoussalade. Ook op sandwiches en toast kom je rauwe radijs vaak tegen, bijvoorbeeld op een boterham met hüttenkäse en tuinkers, of op avocado-toast voor een pittige crunch. Klassiek, en áltijd lekker als een van de onderdelen van een broodje gezond. Wil je ze heel serveren als borrelsnack, leg dan eens een schaaltje ijswater klaar: radijsjes blijven daarin lekker koud en krokant, en je kunt ze dan dippen in wat fleur de sel of kruidenzout voor extra smaak. Een klassieke rauwe bereiding is natuurlijk die radijs-met-boter combinatie waar we het al over hadden – simpel maar verrukkelijk als aperitiefhapje.
Naast rauw kun je radijs inleggen of fermenteren. Door hun stevige structuur blijven radijsjes heerlijk knapperig als je ze pickelt. Denk aan snel ingelegde radijsjes in azijn, suiker en wat zout – na een paar uur heb je zoetzure radijsschijfjes die perfect zijn als topping. In de Nederlandse keuken zie je dit bijvoorbeeld terug in moderne gerechten als poké bowls of ceviche, waar zoetzure radijs voor een friszuur accent zorgt. In de Aziatische keuken kent men talloze pickles: van de felroze ingelegde radijsjes (gekregen door ze met rode biet mee te koken) tot de eerder genoemde takuan (ingelegde gele daikon of rettich). Je kunt thuis eenvoudig experimenteren: snijd radijsjes in dunne plakjes of staafjes en overgiet ze met een warm mengsel van rijstazijn, water, suiker, zout en eventueel specerijen. Laat afkoelen en zet een paar uur (of nacht) in de koelkast. Het resultaat is een knapperige, zurige radijs-pickle die heerlijk is op een hamburger, taco, hotdog of bij gegrild vlees. En natuurlijk is er fermentatie: maak je eigen radijskraut of kimchi. Meng radijsblokjes met zout, chili, knoflook en laat het fermenteren zoals je met kool zou doen – zo krijg je een probioticarijk bijgerecht vol smaak.

Wat veel mensen niet verwachten: je kunt radijsjes koken, bakken en roosteren. Verhit je radijs, dan verandert de smaak aanzienlijk – de pittigheid neemt af en er komt een mild zoetje naar boven, een beetje zoals bij koolrabi of raapjes. Probeer bijvoorbeeld eens radijsjes te roosteren in de oven of te bakken in de pan. Snijd grotere radijzen doormidden. Besprenkel met olijfolie, tijm en wat peper/zout, en rooster 15-20 minuutjes in een hete oven tot ze gaar zijn. Ze worden dan zacht van binnen en krijgen bijna iets aardappelachtigs, met een hint van hun oorspronkelijke scherpte. Radijs gebakken in bruine boter is “verslavend lekker”. Het bakken in boter of olie geeft een nootachtige smaak aan de radijs. Voeg op het eind een scheutje citroensap of azijn toe om het gerecht op te frissen en de smaken in balans te brengen. Gebakken radijsjes zijn een origineel bijgerecht bij vis of kip, of serveer ze lauwwarm als onderdeel van een groenteschotel. Zelfs grillen op de barbecue is mogelijk: rijg hele radijsjes (eventueel gemarineerd in wat sojasaus en honing) aan een spies en gril ze kort heet – ze krijgen dan een rokerig randje maar blijven van binnen sappig.
Radijs laat zich ook goed meekoken of stoven in warme gerechten. In een wokschotel kun je bijvoorbeeld op het laatst wat halve radijsjes meeroerbakken voor kleur en bite. In soepen en stoofpotjes (vooral met daikon) zuigen radijzen zich vol met bouillon en geven ze body aan het gerecht – denk aan de Japanse oden (stoofpot) of Chinese radijsstoof met rundvlees. Voor een Nederlands experiment: voeg eens radijs toe aan een stamppot! Fijngehakte radijsjes door een veldsla-stamppot geven een mooie roze spikkel en pittige toets.
Niet te vergeten zijn er tal van creatieve culinaire technieken met radijs. Omdat radijsjes er leuk uitzien en stevig zijn, worden ze vaak als garnering gebruikt. In retro-gerechten zag je radijsbloemetjes – uit een radijsje gesneden in de vorm van een roos. Tegenwoordig zien we liever iets modernere presentaties. Met een mandoline of dunschiller kun je radijzen haarfijn snijden tot transparante plakjes. Die kun je in ijswater leggen zodat ze krullen, en vervolgens kunstig op een carpaccio of tartaar schikken. Je kunt er ook mee rollen: bijvoorbeeld dunne plakjes rettich oprollen tot een soort cannelloni en vullen met geitenkaasmousse als chic voorgerecht. Of maak die genoemde ravioli’s van rauwe radijsplakjes met een mooie vulling ertussen. Radijskiemen (sprouts) zijn een andere toepassing – de kiemplantjes van radijs hebben dezelfde pittige smaak en zijn prachtig als mini-groene garnering op gerechten.
En tot slot: gebruik het loof! Zoals eerder genoemd is radijsblad prima te verwerken. Maak er een heldergroene radijsbladpesto van (lekker op bruschetta of door pasta) of een olie om mee te druppelen. In zijn recept voor gebakken radijs maakt Levie bijvoorbeeld een pesto-achtige saus van radijsloof en amandel als smaakvolle smeer op het bord. Zo wordt elk deel van de radijs benut.

Deze blog met AGF info en inspirerende recepten is voor Liefting AGF geschreven door
Roy Voogd van de foodblog “Vier Seizoenen Groener Grillen” van BBQ52 – Pure Passie..